De ontmoeting
‘Oh hallo! Dat is toevallig!’ Ze moesten er allebei om lachen want ze hadden elkaar die middag al eerder ontmoet.
Nadat Hanna naar de bushalte had moeten zoeken, kon ze het niet laten te vragen of het de juiste halte was voor het UMC. ‘Ja hoor, ik moet daar ook heen,' had die mevrouw gezegd. Toen de bus arriveerde was het zo druk dat Hanna niet bij haar in de buurt kon blijven, maar ze zorgde er wel voor haar niet uit het oog te verliezen. Ze luisterde goed naar de haltes die omgeroepen werden. Bij de juiste halte stapte ze beiden uit en daar ze dezelfde kant uit moesten liepen ze samen op. Omdat Hanna niet zo snel kon en die ander op tijd op haar afspraak moest zijn, zei ze gedag en bedankte voor de hulp.
In het ziekenhuis liep Hanna linéa recta naar de koffiecorner en zocht een goed plekje. Het zou immers best een tijd kunnen duren. De telefoon, dat was belangrijk, legde ze onder handbereik. Wat was ze blij dat ze de beslissing genomen had vast naar Utrecht te gaan in plaats van lijdzaam thuis te gaan zitten afwachten. Na een hele tijd pogingen tot lezen te hebben gedaan, liep ze maar weer eens naar de counter, dit keer voor koffie en een broodje. Het was er druk. Net toen ze aan de beurt was stond die mevrouw van de bushalte ineens naast haar. ‘Oh hallo! Dat is toevallig, wilt u misschien ook koffie en iets te eten?’ Ze aarzelde even maar zei toen ‘ja graag’. Gezamenlijk liepen ze naar het tafeltje waar ze al gauw in een vertrouwelijk gesprek raakten.
Het leek wel of ze vriendinnen waren die elkaar na een lange tijd weer eens ontmoetten. Natuurlijk vertelde Hanna ook waarom ze hier al die tijd zat te wachten. ‘Tja het duurde wel lang, haar dochter had zich die ochtend al om kwart voor elf moeten melden. Misschien was er een spoedgeval tussengekomen, je weet maar nooit.’ Al pratend en lachend verstreek de tijd. Op een gegeven moment zei ze, ‘ik moet nu echt gaan, ik hoop voor je dat het niet al te lang meer duurt.’ ‘Nee, ik ook niet, in ieder geval bedankt voor de leuke onderbreking.’
Voor de vorm pakte Hanna haar boek weer op. Er verscheen een glimlach op haar gezicht toen ze aan het leuke gesprek terugdacht.
Om kwart over vier kwam eindelijk het lang verwachte telefoontje. Alles was goed gegaan. Ze had er een flinke kleindochter bij. ‘Kan ik naar je toe komen?’ ‘Natuurlijk, dan ben je hier om een uur of half zeven denk ik.’ ‘Nee hoor ik ben binnen vijf minuten bij je, is dat goed?’ Nadat het even stil bleef klonk het verheugd, ‘ja, wat een verrassing!’
Joke van der Ark, Februari 2014