Wanneer ze terug gaan, horen ze oma al
op de galerij. Er staat een kastdeur open
en net op tijd zijn ze erin gekropen.
Als oma binnen is roept ze, ‘Dag beertjes!’
Maar ze ziet ze niet. Wat een verdriet.
‘Och oma,’ zegt opa, als hij thuiskomt,
‘huil maar niet, we zullen ze gaan zoeken.
We kijken achter stoelen en in alle hoeken.’