‘Oma denk eens na. Wat heb je gedaan?’
‘Ik ben weggegaan en toen ik thuis kwam
stond de kastdeur open.’
‘Ik weet het al,’ roept opa blij,
‘daar zijn ze in gekropen!’
En ja hoor, kijk eens aan, daar zitten ze.
Och beertjes was het niet een beetje dom
om in die donkere kast te gaan?