Ingezonden naar heel Nederland schrijft korte verhalen 2016
Stel je voor dat …
ik win, zullen die kinderen zeker gedacht hebben toen ze zich inschreven voor die wedstrijd en de vaders wellicht ook, zij het met enige scepsis, maar eenmaal door de voorronde heen zullen zij die gedachten ook niet meer uit hun hoofd hebben kunnen bannen. Stel je voor dat … staat op de gezichten van de kinderen en vaders te lezen als ik die middag toevallig die uitzending zie.
Er is niets van mijn gading op de tv. Och, ja het is zomer! Dus ik doe het er maar mee. Ik ben niet helemaal in orde en heb behoefte aan vertier, zomaar, slechts voor mijn plezier. Ik strand op drie en zie in de herhaling een programma, dat eigenlijk voor jongeren is bestemd. ‘Mijn vader is de beste!’
Vier vaders, drie zonen en een dochter doen aan de wedstrijd mee. Het gaat om slimheid, snelheid en om kracht. En ik denk bij voorbaat al, oh jé, die dikke vader, die gaat het echt niet redden. Maar hij is dapper en haalt bij voorbaat iedereen de wind uit te zeilen door te zeggen, dat hij het met zo’n lijf verdomd moeilijk krijgen zal, als het op snelheid en conditie aankomt. Na de eerst ronde hangt hij, geheel naar mijn verwachting, al ergens onderaan. De twee teams met de minste punten moeten om te beslissen wie er door mag, er samen tegenaan. Met een punt verschil mag hij door. Maar bij de volgende ronde denk ik alweer hij redt het niet, hij zal het heus niet halen, want als de loopband eenmaal sneller gaat, zal hij zeker falen. Tot mijn verbazing komt hij door deze en iedere volgende ronde heen, terwijl de ene na de andere vader met een huilende zoon of dochter van het toneel verdwijnt. Hij wint, die vader. Zijn zoon is apentrots. En terwijl ik de jongen zie juichen van plezier omdat zijn droom is uitgekomen lach ik, want ik ben blij en met enige schaamte verontschuldig ik mij. En de verliezers? Och, die komen wel over hun tranen heen. Ze zullen altijd blijven denken, als ze zich weer eens inschrijven voor een wedstrijd. Stel je voor dat…
Joke van der Ark