De donkere kant

Verreweg de meeste keren loop ik langs dezelfde kant naar de ingang van het flatgebouw waarin mijn appartement zich bevindt. Maar als het zonnig is, wil ik nog wel eens besluiten om een klein stukje om te lopen zodat ik wat langer van de zon kan genieten. Dat doe ik ook op die eerste echt zonnige middag na een saaie en sombere winter. Ik kijk naar mijn flat en meteen schieten mij de woorden te binnen van iemand, aan wie ik toen ik hem nog maar net betrokken had, vertelde waar ik woonde.
“Oh, dan zit je aan de donkere kant.”
“Aan de donkere kant?”
Dat begreep ik niet, want mijn woonkamer baadt de hele middag in het zonlicht, evenals mijn balkon.
“Toen ik klein was”, vertelde zij, “speelde ik met mijn vriendinnetjes op het plein. Overal om ons heen was het licht behalve aan jouw kant. Misschien dachten we als kind daarom wel dat daar geen aardig mensen konden wonen, alleen maar boze, norse mensen.”
Daar dacht ik aan toen ik die zonnige middag mijn flat naderde. Voor kleine kinderen moet het gebouw inderdaad afstandelijk en zelf een beetje angstaanjagend zijn geweest. Het kwam waarschijnlijk niet bij ze op dat het aan de kant, waar ze nooit kwamen, wel eens heel zonnig zou kunnen zijn. Ik hoop dat zij nu beter weten en dat het niet alleen zo is bij gebouwen, maar ook bij mensen.


Joke van der Ark
13 maart 2016