De rozijntjes smaakten zoet
Mama heeft een hele schep salade
op Jeroentjes bord gelegd, daarnaast
schijfjes aardappel en een stukje kip.
Stoer kijkt Jeroen haar aan en zegt:
‘Ik eet vandaag mijn bordje leeg.’
Eerst neemt hij een stukje kip,
daarna een schijfje aardappel en dan …
hoort hij mama zeggen: ‘Hé kijk niet zo sip.
Vanmiddag heb je het toch geproefd.
Ik dacht, dat je het lekker vond.
Toe neem maar een hapje.’ Ze pakt
zijn vork en brengt die naar zijn mond.
Het volgende hapje neemt hij zelf
en daarna nog een paar en dan
is zijn bordje leeg. ‘Kijk eens aan,’
zegt papa blij, ‘zie je wel dat je het kan!’
Jeroen lacht, hij voelt zich groot.
Het viel toch best wel mee.
De rozijntjes smaakten zoet en
de worteltjes, die waren ook oké.