Het verschil
Natuurlijk las ik voor toen mijn kinderen nog klein waren maar zelf was ik geen lezer; nooit geweest. Eenmaal op de lagere school gingen ze zelf lezen. Vooral mijn oudste dochter, 1970, kon zich terugtrekken in de fantasiewereld van het boek. Soms maakte ze mij tot deelgenoot. Ik weet niet meer precies in welke klas ze zat, het zal de 5e of 6e geweest zijn, toen ze ‘Joop ter Heul’ van Cissy van Marxveldt aan het lezen was. Het verschil in leefwijze tussen het gezin waar Joop deel van uitmaakte en dat van ons viel haar op. We spraken daarover en ik legde haar uit dat in vroeger jaren de kloof tussen de milieus veel groter was dan in haar en mijn kindertijd. Ik ging het boek ook lezen zodat we op die manier het verhaal nog meer uit konden diepen. We leerden zo een heleboel van elkaar en ik vond het leuk om te ontdekken dat mijn kind een volwaardige gesprekspartner was geworden.
Niet lang daarna kreeg ze een uitnodiging mee voor een ouderavond waarop een schrijver over zijn nieuwe boek zou komen vertellen. Geënthousiasmeerd door het samen lezen en bespreken van ‘Joop ter Heul’ zou ik van de partij zijn.
De schrijver werd door het hoofd van de school voorgesteld. Gespannen zat ik op mijn stoel want ik had nog nooit zo’n lezing bijgewoond. Hij begon door een stukje uit zijn boek voor te lezen. Ik weet nog dat de vader in het verhaal thuiskwam en aan zijn vrouw vertelde dat hij een ongelukje had gehad. Waarop deze zei, “ja ik ruik het, ga je maar gauw wassen.” Dat kon in de moderne literatuur, waarin vaders hele gewone mensen waren. Zo moest het zijn, dicht bij de kinderen. Niet afstandelijk zoals in de boeken van Cissy van Marxveldt waarin de gezinnen in grote huizen wonen, de vader een vage figuur op de achtergrond in een studeerkamer is en er personeel is om het huishouden te doen.
Bij mij van binnen begon er iets te woelen. Een boosheid maakte zich van mij meester en omdat hij doorging het werk af te kraken van de schrijfster die mij en mijn dochter zo’n fijne tijd bezorgd had, stak ik mijn vinger op. Dat was waarschijnlijk niet gebruikelijk, want pas nadat hij paar keer net gedaan had of hij die vinger niet zag kon hij er niet meer omheen en kreeg ik het woord. Ik zei dat ik het min van hem vond om het werk van een vrouw die zich op dat moment niet kon verdedigen zo de grond in te boren. Dat juist de tegenstelling tussen de leefwijze van het gezin in haar boek en het onze tot vertrouwelijke gesprekken tussen mij en mijn dochter geleid had. Anderen gingen zich ermee bemoeien en binnen de kortste keren ontstond er een discussie. De schrijver, die dit niet verwacht had, probeerde met een rood hoofd in de gaan op meningen uit het publiek. Op een gegeven moment liep het zo op dat het hoofd van de school er een eind aan maakte door hem te bedanken en de pauze aan te kondigen.
De volgende dag vertelde ik mijn dochter wat er voorgevallen was. Of er op school nog over gesproken is weet ik niet meer. Maar dat het samen lezen van dat eerste boek en onze gesprekken daarover grote indruk op mijn dochter gemaakt had, is wel zeker. Voor haar eindexamen Nederlands VWO schreef ze er een opstel over. Nooit eerder kreeg ze zo’n hoog cijfer.