Samen naar de markt, ja gezellig
Zo vaak kwam het niet voor dat ik naar de weekmarkt ging en zeker niet met mijn man samen. Die ochtend had ik hem overgehaald, we zouden gezellig samen naar de markt gaan. Om half twaalf gingen we op pad; onze jongst warm ingepakt in de kinderwagen want het was nogal fris en winderig. Bij de winkel op de hoek aangekomen zei ik, “ik wip even naar binnen voor melk en brood want als we straks teruggaan is de winkel dicht. Wacht jij maar even buiten met de kinderwagen.” Ik haastte me, want ik wist dat hij een vreselijke hekel aan lang wachten had. Toen ik weer buiten kwam zag ik hem niet. Die is vast doorgelopen, dacht ik. Misschien vond hij het te koud voor de baby.
Ik liep het straatje uit, de hoek om…
De markt werd in de Voorstraat gehouden met kraampjes aan weerszijde. Ik liep de hele markt af maar vond hem niet. Een man achter een kinderwagen is toch niet makkelijk over het hoof te zien, dacht ik. Nog een keer heen en weer, niets te zien. Ik snapte er niets van. Er zat niets anders op dan dezelfde weg terug te lopen. Bij de winkel op de hoek aangekomen had ik hem nog niet gevonden. Om de hoek… Ja hoor, daar stond een zeer boze echtgenoot. Hij was een beetje uit de wind gaan staan. Ik was ook kwaad en viel natuurlijk meteen uit. We zijn toen maar naar huis gegaan want gezellig werd het toch niet meer.