De geiten en de bok

Vroeger hadden ze bij Jaap en Bram thuis vier geiten waar de jongens voor moesten zorgen. Ook als de geiten naar de bok moesten was dat een klus voor de jongens. Ze moesten dan vanaf het vliegveld helemaal te voet naar Haamstede. Met tegenzin gingen ze op weg ieder twee onwillige geiten aan een touw met zich meetrekkend. Als ze dichter in de buurt van de bok kwamen, wat de geiten goed konden ruiken, tippelden de dames gelukkig al een stuk sneller.
De eigenares van de bok, een oude weduwe, stond ze meestal al op te wachten en één voor één werden de geiten naar de bok geleid. Als er een gedekt was, wreef de weduwe met haar wandelstok een paar maal over de rug van de geit als garantie dat de geit zwanger was. Als de dames alle vier aan de beurt waren geweest en de behandeling met de stok hadden ondergaan, kregen ze een dekbewijs. Daarna ging het hele spul de zelfde weg weer terug naar huis. De jongens en de bok hadden de zware klus weer geklaard.



Uit het leven van een Zeeuwse fruitteler en tuinder.
Jaap de Glopper, Schouwen Duiveland, 4 januari 1919 / 5 januari 2007
Opgetekend door Tiny de Glopper. Bewerkt door Joke van der Ark