Gepubliceerd in de rubriek ‘Goud voor uw brief’ en bekroond met een zilver,
‘Margriet; nr. 14, juli 2011 (Ik hoefde er geen)


Nee, daar deed ik niet aan mee
Wanneer iemand mij zo'n zes jaar geleden vroeg of ik een mobile telefoon had zei ik, "nee hoor, dat vind ik allemaal te ingewikkeld". Ook ergerde ik mij aan al die telefonerende mensen op straat en aan diegenen die mij in trein of bus ongewild getuigen lieten zijn van afspraken, liefdesverklaringen, roddelverhalen en onenigheden tot ruzies toe. Nee, ik had thuis en op mijn werk een telefoon tot mijn beschikking, dat was voor mij genoeg. En onderweg kon ik natuurlijk altijd nog in een telefooncel bellen.
Maar toen leerde ik, bijna zestig, mijn huidige man kennen en na herhaalde pogingen lukte het hem, mij een makkelijk te bedienen telefoon cadeau te doen. Na de eerste moeilijkheden te hebben overwonnen en in mijn onkunde een schoonzus per abuis via een sms, naar haar vaste telefoon, een liefdesverklaring gestuurd te hebben (ik wist trouwens niet dat dat mogelijk was), was ik ermee vertrouwd en er aan gewend geraakt hem altijd bij mij te hebben.
Iets meer dan vijf jaar later: ik was op weg naar mijn dochter in Amsterdam, waarvoor ik met de bus, de metro en de trein moest reizen, toen een jonge vrouw naast mij een mobiel uit haar tas pakte. Ineens ging er een schok door mij heen. Ik was mijn telefoon vergeten. Ik raakte helemaal in paniek, hoe moest ik mijn dochter vinden en wat als de trein vertraging had of er wat dan ook maar zou gebeuren. Gelukkig is het goed gekomen, want ik had tijd en plaats netjes in mijn agenda opgeschreven en niet zoals ik sinds ik een mobiel opzak heb, maar een vage aantekening gemaakt. Als iemand mij pakweg vijf jaar geleden zoiets verteld zou hebben, zou ik er een beetje meewaring om gelachen hebben. Toen kon ik niet bevroeden dat zelfs ik nog eens helemaal in paniek zou raken omdat ik mijn mobiel niet bij me had.


Joke van der Ark