Persoonsverwisseling

Op het moment dat ik op de fiets de parkeerplaats afreed zag ik in een flits dat de persoon achter het stuur van de auto die mij passeerde, de dokter was die schuin tegenover ons woonde en daar samen met zijn vrouw een praktijk had. Meteen gleden mijn gedachten terug in de tijd.
Als we een dokter nodig hadden als onze eigen huisarts afwezig was gingen we naar hem. Het zal een uur of tien in de avond geweest zijn. Mijn dochter was al naar boven. Te oordelen naar het geluid dat van boven kwam wist ik dat ze nog een aantal gymnastiek oefeningen aan het doen was. Een harde bons …, even niets. Toen een benauwd stemmetje dat ma…..n riep. O jé, ik wist het meteen, arm uit de kom. Nog niet zo lang geleden was dat tijdens een volleybalwedstrijd op school voor het eerst gebeurd en daarna nog een aantal keer, Ik spoedde mij naar boven. Daar zat ze in de gang, een zielig musje met haar goede hand de arm die uit de kom was ondersteunend. “Even mijn tanden poetsen,” zei ik. Want ik hoefde immers nergens meer naar toe en had al een paar wijntjes op. Haar vader, restauranteigenaar, was met de auto naar de zaak gegaan, dus ik had geen vervoer. Voordat ik met mijn dochter de deur uit ging belde ik hem om hem op de hoogte te brengen. We zouden de auto nodig kunnen hebben als we naar het ziekenhuis door moesten. Ik belde de dokter om te zeggen wat er aan de hand was en dat we eraan kwamen. Met mijn dochter op slippers en een jasje over haar nachtgoed ging ik op weg; het was immers maar een klein stukje. Echter bij iedere stap die ze zette deed haar arm zeer, dus we vorderden langzaam. Steeds al we aan auto aan zagen komen, dachten we, daar komt pappa. Maar iedere keer reed de auto door. We werden giechelig van de situatie. Bij de dokter aangekomen, zij hij: “kom maar, laat mij je elleboog maar eens zien.” “Het is niet haar elleboog dokter.” Ik was toch duidelijk genoeg geweest tijden het telefoongesprek. en wat is die dokter veranderd, dacht ik. “Oh, maar daar kan ik niets aan doen, daar moet je mee naar het ziekenhuis. Heb je vervoer?” “Als het goed is, is mijn man onderweg.” De dokter pakte de telefoon en belde naar het ziekenhuis. Wij luisterden gespannen. “Ja roep hem maar op, het is nodig dat hij komt. Nee, zijn broer de longarts, mijn broer is een paar dagen weg en ik vervang hem. Mij werd ineens duidelijk waarom de dokter zo veranderd was. In het ziekenhuis aangekomen hoorde we dat de specialist al bijna in bed gelegen had toen hij opgeroepen werd. Mijn dochter en ik waren nog steeds in een giechelige bui. De dokter arriveerde en had grote moeite de arm van mijn dochter op z’n plaat te krijgen. Toen pas kreeg ik het benauwd en schaamde me voor mijn losbollige gedrag. Maar op het moment dat alles achter de rug was en wij op het punt stonden te vertrekken hoorden we de dokter tegen de zuster zeggen. We zullen hem wel eens even bellen en vragen waarom hij het niet zelf afkon. Gelukkig zag de specialist de humor ervan in. Met een gerust hart vertrokken we huiswaarts.



Joke van der Ark