September
Hellend-,
weer verder weg
van zon en licht,
bron van levensvreugd
en droefenis,
morgen reeds
zal het eerder donker zijn,
mens en dier
zetten zich schrap
in afwachting van verandering,
tocht naar binnen
naderbij en weg van thuis
waar de spaarbrander
wordt aangezet.
Op de drempel
De melancholie die mij
ieder jaar opnieuw bij ’t afscheid
van de zomer overmant,
wordt verzacht door de lome rust
die dan, op de drempel van de dag,
heerst in de atmosfeer.
Het opgestegen vocht dat als
een zacht tapijt stil en absorberend
in de vroege morgen hangt,
zwemend naar violet door de eerste stralen
van een zon die zich nog krachtig toont.
Nog even geen thermiek die
warmte stijgen doet en stromen laat
verdriet vertaalt in tranen
en vreugde in een lach.
Nazomer
het mooie weer is nog
maar toch
ik voel het al rondom mij
het is voorbij
de dagen korten al
het verval
is reeds begonnen
nooit nog overwonnen
het verdriet
toch blij om wat het liet
de tinteling
van een begin
dat sluimert rust en rijpt.
Septembermorgen
Vroeg op weg, de zon en ik
om de nog lege dag te kleuren,
met een gevoel van weemoed
omdat het wéér staat te gebeuren.
Het telkens wederkerend afscheid
komt onvermijdelijk in zicht,
langzaam sluipt het donker nader
en knabbelt aan ons dagelijks licht.
Een koele bries strijkt langs mijn wangen
tintelt de lucht herfstachtig fris,
geeft een gevoel van reeds voorbij
terwijl het nog volop zomer is.