Dus zegt hij heus geen nee
Mama en Jeroen hebben van alles
uit de groentewinkel meegenomen
en zijn een poosje later met
volle tassen thuisgekomen.
Worteltjes, andijvie en wat sla,
appels, mandarijnen en meloen.
Mama bergt het op en vraagt:
‘Wat zullen we er straks mee doen?’
Jeroen haalt zijn schouders op.
Hoe moet hij dat nu weten?
Hij hoopt alleen dat hij niet van
die vieze andijvie hoeft te eten.
Maar dan zegt mam: ‘Eerst maar
wat meloen, is dat een goed idee?’
Dat lust hij graag, daar smult hij van.
Dus zegt hij heus geen nee.
‘Daarna gaan we wortels raspen,
lekker met rozijnen, appel en citroen.
Als je nu je handen wast, mag jij
er ook een paar van mama doen.’